Krill en SHAU, architectenbureaus uit respectievelijk Nederland en Indonesië, kregen de opdracht om het consulaire deel van de Indonesische ambassade in Den Haag compleet te herontwerpen. Het interieur combineert de brute aspecten van dit Nederlandse gebouw uit de jaren zestig met verwijzingen naar traditionele Indonesische ruimtelijkheid. De omkering, door de publieke verkeersruimte van het centrum naar de periferie, en het private naar binnen te verleggen, is vergelijkbaar met de opbouw van traditionele Sumatraanse en Javaanse woning en paleistypes. Krill en SHAU benaderden de opdracht door eerst de verkeersruimte een plek te geven en daarin de publieke (front office) en private (backoffice) ruimtes vast te stellen, en vervolgens door het plaatsen van losse volumes. Een pad werd als een ring langs de gevels gelegd om het daglicht voor de binnenruimtes te maximaliseren. Het publiek toegankelijke deel is gemarkeerd door een heldergele kleur, voor het private deel is hemelsblauw gekozen. In de rest van de ruimte is geen kleur gebruikt en is het brute beton opnieuw zichtbaar gemaakt in de plafondbalken en de kolommen.